- noemen
- {{noemen}}{{/term}}1 [een naam/hoedanigheid geven] call, name; christen, baptize, dub 〈ook een bijnaam geven〉2 [vermelden] mention; cite; name 〈(op)noemen〉♦voorbeelden:1 noem jij dit een gezellige avond? • is this your idea of a pleasant evening?wij noemen onze dochter Mary • we're calling our daughter Marydat noem ik nou eens moed • that's what I call courage!noem je dat werken? • (do you) call that working?het is wat je noemt fantastisch • it is really fantasticiemand bij zijn voornaam noemen • call someone by his first nameeen kind naar zijn vader noemen • name a child after his father〈informeel〉 het is nog niet wat je noemt • it's not much (to write home about) as yet2 zijn zegsman noemen • name/cite one's sourcezijn inspanning mag ook genoemd worden • his efforts must not go unmentionedom maar eens iets te noemen • to name (but) a few 〈namen, voorbeelden〉; to name only one 〈één voorbeeld noemen〉; for instance
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.